De snelste motorsportwebsite van Nederland

Gedurende de test in Sepang vertelden Repsol Honda team directeur Kazuhiko Yamano en RC212V projectleider Shinichi Kokubu over de wijzigingen voor het seizoen 2010, hierbij werd onder andere duidelijk dat de zes Honda’s niet veel van elkaar verschillen.

Tijdens een persconferentie met de in Sepang aanwezige pers werd duidelijk dat de zes Honda’s die in het 2010 MotoGP wereldkampioenschap actief zullen zijn niet veel van elkaar verschillen en dat de nieuwe RC212V niet heel veel anders is dan die waar ze eind 2009 mee reden.

"De basisspecificatie is voor alle zes motoren hetzelfde," onthulde Yamano. "Natuurlijk hebben de fabrieksmachines een aantal ander onderdelen, voornamelijk op het gebied van elektronica. Als deze elektronica het goed doet zullen de satellietrijders ze later ook krijgen."

Dit bovenstaande is een enorme verandering vergeleken met de voorgaande jaren toen er twee fabrieksmachines waren met mogelijk een of twee vergelijkbare machines voor geselecteerde satellietrijders terwijl de rest van de Honda rijders het met een machine moest doen die vergelijkbaar was met die fabrieksmachine van het jaar daarvoor.  

Yamano liet verder weten dat de elektronica door Honda zelf is ontwikkeld en dat ze met het project begonnen waren voordat de ‘weggekaapt’ Yamaha medewerkers aan de slag gingen. Er is geen strak ontwikkelingsplan voor de satellietmachines. Er zal afzonderlijk naar gekeken worden wat weer afhankelijk is van de situatie.

Ook werd bekend dat Honda voor de vering net als de rest van het veld voor Öhlins kiest, onder andere omdat die nu eenmaal beter lijkt te werken met de Bridgestone banden. Om de Honda bij het remmen wat stabieler te maken is het motorblok overigens iets meer naar onder verplaatst. Voor wat betreft het motorblok vertelde Kokubu dat er weinig is veranderd vergeleken met de motor van vorig jaar.

"We zijn vorig jaar al begonnen te werken met het nieuwe reglement voor dit jaar. Er is eerlijk gezegd dan ook geen enorme verandering binnen het motorblok. Het vermogen is vergelijkbaar met dat van vorig jaar, de gedane veranderingen waren voornamelijk voor het meer kilometers kunnen maken," aldus Kokubu.

"Het topvermogen was wel oké maar we hebben wel gewerkt aan de rijeigenschappen," vervolgde Yamano. "Het is erg moeilijk om nu aan de motor te werken. We mogen maar zes motorblokken gebruiken. Twee jaar geleden was dat aantal nog vrij en kon je makkelijk grote veranderingen aan het motorblok doorvoeren zoals bijvoorbeeld de ontstekingsvolgorde. Maar als we dit jaar een grote stap maken en het motorblok het begeeft dan is dat nadelig voor het team en de rijder. Maar hij (Kokubu) is slim dus dat is geen probleem," waarna Kokubu weer verder ging.

"Dit is nu eenmaal het reglement en daar moeten we klaar voor zijn. Als we meer blokken mochten gebruiken was het zeker makkelijker om deze door te ontwikkelen. Het zou ideaal zijn als er geen limiet was maar nu is er een andere technische uitdaging, die voor meer betrouwbaarheid en dat is weer goed voor de straatmotoren."