Categories: Algemeen

Jim Redman: De grote troef van de Honda-renstal

Tijdens de jaren ’60 van de twintigste eeuw speelde de renstal van Honda een enorm grote rol in het wereldkampioenschap wegrace. De Japanse motorfabrikant bemoeide zich in de loop van dit decennium in steeds meer klassen met de strijd om de wereldtitel. Daarbij had het de beschikking over een groot aantal uitstekende coureurs. Één van hen was Jim Redman die gedurende deze periode uiteindelijk maar liefst zes wereldtitels voor Honda in de wacht wist te slepen.

Foto: Jim Redman in actie op de 125cc-Honda.

Jim Redman wordt geboren in 1931 in Groot Brittannië. Al op jonge leeftijd verliest hij kort na elkaar zijn beide ouders. In 1952 besluit Redman te emigreren naar Rhodesië, het huidige Zimbabwe, wat toen nog een kolonie was van Groot Brittannië. Zeven jaar later debuteert Redman in het wereldkampioenschap wegrace.
 
Redman vinden we dus voor de eerste keer terug in de eindstanden van het wereldkampioenschap wegrace in 1959; het jaar dat ook de renstal van Honda zijn eerste stapjes zet in het wereldkampioenschap (bij de 125cc’s en dat met enkel en alleen Japanse coureurs). Redman doet het in datzelfde jaar nog aan boord van een Norton, zowel in de 350- als de 500cc klasse. Zijn beste prestatie in 1959 is een vijfde plaats tijdens de Dutch TT bij de halveliters. In de strijd om het kampioenschap speelt hij daarmee dat jaar echter nog geen echte rol van betekenis met respectievelijk een vijftiende en een veertiende plaats in de eindstand bij de 350- en de 500cc’s; de twee categorieën waarin John Surtees gedurende het seizoen met zijn MV duidelijk heeft gedomineerd door bij beide klassen alle races meetellend voor het wereldkampioenschap te winnen.
 
Na in 1959 dus voor het eerst deelgenomen te hebben aan het wereldkampioenschap wegrace bij de achtsteliters, is de renstal van Honda in 1960 ook weer van de partij en dat jaar doen de Japanners zowel mee bij de 125- als bij de 250cc’s, waarbij door Honda (tot aan hun vertrek uit het WK na het seizoen 1967) gebruik wordt gemaakt van viertakt-motoren.
Ook Jim Redman komt dat jaar voor het eerst uit voor de renstal van Honda. Hij doet dat zowel bij de achtsteliters als bij de kwartliters. Bij de 125cc’s wordt hij zowel in Nederland als in Italië vierde, wat hem uiteindelijk een zevende plaats in de eindstand oplevert, nog wel ruim achter onder andere de MV’s van Carlo Ubbiali en  zijn landgenoot Gary Hocking.
Bij de 250cc’s kan Redman aanvankelijk niet erg goed overweg met de Honda, omdat hij tot op dat moment nog nooit eerder met een viercilinder gereden heeft. Zo slaagt hij er niet in tijdens de 250cc-race in Assen punten te pakken. Tijdens de laatste twee races van het seizoen 1960 keert Redman terug aan boord van de 250cc-Honda, na een tijdelijke afwezigheid in deze klasse, waarmee hij dan wel potten weet te breken. Hij fungeert binnen deze categorie op dat moment als de vervanger van Bob Brown die tijdens de GP van West-Duitsland op het circuit van Solitude tijdens de 500cc-race dodelijk verongelukt is en die samen met Redman en de Australiër Tom Phillis de eerste niet-Japanse coureur was binnen het team van Honda. Als vervanger van Brown doet Redman het tijdens de desbetreffende laatste twee races van het seizoen overigens bepaald niet onverdienstelijk. Zowel tijdens de Ulster GP als in Italië eindigt hij namelijk op het podium met respectievelijk een derde en een tweede plek, wat hem uiteindelijk ook nog eens een vierde plek oplevert in de eindrangschikking, achter de MV’s van Ubbiali, Hocking en Luigi Taveri.
Redman staat in 1960 tevens opnieuw aan de start bij de 500cc’s met een Norton. Hiermee weet hij zich gedurende het seizoen een drietal keren in de punten te rijden, wat hem ook nog net binnen de top 10 van de eindstand in deze klasse brengt met een uiteindelijke negende plek. 
 
Vanaf het seizoen 1961 trekt de renstal van MV Agusta zich officieel terug uit het wereldkampioenschap wegrace. Bij de 125cc’s zien we de MV het gehele seizoen niet meer terug, bij de 250cc’s doet Hocking aanvankelijk nog wel mee met een MV ‘Privat’, maar ook in deze klasse trekt de Italiaanse renstal zich al snel terug, terwijl het deze zelfde Hocking is die bij de 350- en de 500cc’s wel het gehele seizoen deelneemt met zijn MV ‘Privat’. Daarmee komt de weg in de twee lichtste klassen van dat moment geheel vrij te liggen voor de Honda’s. Zowel Redman als Phillis komen in 1961, samen met de nieuw-binnengehaalde Zwitser Luigi Taveri en een aantal Japanse coureurs, weer uit voor deze renstal in de twee desbetreffende klassen als officiële fabrieksrijders. Daarnaast worden er ook een aantal Honda’s toegewezen aan Mike Hailwood, John Hartle en Bob McIntyre via de Britse Honda-importeur, maar zij rijden echter officieel buiten fabrieksverband.
Bij de 125cc’s vinden we Redman gedurende het gehele seizoen goed van voren. Alleen in West-Duitsland weet hij geen punten te scoren. Het is echter zijn teamgenoot Phillis, die door de openingsrace in Spanje te winnen de eerste Honda-zege uit de geschiedenis weet te boeken, die er met de wereldtitel vandoor gaat. Redman wordt bij deze zelfde 125cc’s vierde in de eindrangschikking.            
Bij de kwartliters doet Redman dat jaar nog meer van zich spreken. Naast het feit dat hij bij elke race punten weet te scoren, boekt hij binnen deze categorie ook zijn eerste GP-zege uit zijn carrière. Hij wint namelijk de GP van België en een paar races later in Italië is het andermaal raak. Ook in deze klasse is dit alles echter niet genoeg voor de wereldtitel. Die gaat namelijk naar (rivaal) Hailwood die als niet- officiële fabriekscoureurs dat seizoen de sterkste is, terwijl Redman derde wordt. De Honda’s hebben dat jaar overigens wel duidelijk gedomineerd bij de kwartliters, want de eerste niet-Honda-coureur in de eindrangschikking vinden we in 1961 pas terug op een zesde plek. 

Vanaf het seizoen 1962 verschijnt de renstal van Honda ook aan de start in de 350cc klasse en naast het feit dat hij gewoon weer bij de 125- en de 250cc’s start, staat Redman dat jaar ook bij de 350cc’s aan het vertrek met een Honda. Nieuw dat jaar is tevens de 50cc klasse, waarbinnen de renstal van Honda ook is vertegenwoordigd, zij het zonder Redman.
Bij de 125cc’s pakt Redman dat jaar een heel aantal tweede plaatsen, maar het is zijn teamgenoot Taveri die op datzelfde moment zes overwinningen op rij weet te boeken. Daarmee kan de Zwitser de titel al niet meer ontgaan. Aan het eind van het seizoen is het Redman die nog weet te winnen in Finland, maar hij moet uiteindelijk wel genoegen nemen met de titel van vice-wereldkampioen. De Honda’s hebben dat jaar overigens weer gedomineerd door de eerste vier plaatsen te bezetten in de eindstand voor het wereldkampioenschap bij de 125cc’s.
In de 250cc klasse maakt Redman in 1962 een extreem sterk seizoen mee. Daarbij heeft hij het aanvankelijk vooral aan de stok met de andere Honda van McIntyre, maar deze overlijdt in augustus van dat jaar tijdens een race op Oulton Park. Redman’s andere teamgenoot Phillis is eerder dat jaar helaas ook al overleden bij een crash tijdens de 350cc-race op het eiland Man. Redman zelf pakt bij de 250cc’s in 1962 uiteindelijk zes overwinningen, waarmee zijn eerste wereldtitel een feit is.
Bij de 350cc’s, waar Honda dus de grote nieuwkomer van het gezelschap is, moet Redman het voornamelijk opnemen tegen de MV Agusta van Hailwood. Het is deze zelfde Hailwood die de eerste race van het seizoen weet te winnen. De vier daaropvolgende GP’s worden echter allemaal op naam van Redman geschreven, waarmee hem de titel in deze categorie ook niet meer kan ontgaan. Redman wordt dat seizoen met zijn titels bij de kwartliters en de 350cc’s tevens de eerste coureur in de geschiedenis van het wereldkampioenschap wegrace die de dubbel 250-/350cc weet te pakken. Hailwood eindigt dat jaar bij de 350cc’s overigens pas op een derde plek, want het is uiteindelijk Tommy Robb, ook aan boord van een Honda, die achter Redman nog vice-wereldkampioen weet te worden. In hun debuutjaar bij de 350cc’s hebben de Honda’s zich daarmee dus direct al van hun sterkste kant laten zien door de MV te verslaan.        
Met z
ijn tweede plaats in de eindstand bij de 125cc’s is Redman er in 1962 echter dus net niet in geslaagd binnen drie categorieën de wereldtitel in de wacht te slepen. Was hem dit wel gelukt, dan had hij voor een nog uniekere prestatie gezorgd door als eerste coureur drie keer wereldkampioen te worden in één en hetzelfde jaar.
 
In 1963 vinden we Redman opnieuw terug bij zowel de achtsteliters, de kwartliters als de 350cc’s aan boord van de fabrieks-Honda met andermaal als doel in alle drie de klassen de wereldtitel in de wacht te slepen.
Bij de 125cc’s zijn de Honda’s van Redman en zijn teamgenoot Taveri dat seizoen echter niet opgewassen tegen de Suzuki van Hugh Anderson. De Nieuw-Zeelander pakt dat jaar, onder andere dankzij zes overwinningen, de wereldtitel in deze klasse. Redman zelf wint gedurende het seizoen één race en daarnaast weet hij onder andere ook nog een viertal tweede plaatsen te scoren. Aan het eind van het seizoen vinden we hem uiteindelijk terug op een derde plek in de eindstand, ook nog net achter zijn stalgenoot Taveri. Ook dit jaar zit een drievoudig wereldkampioenschap er dus niet in voor de Rhodesiër.
Daarnaast is het voor Redman bij de 250cc’s in 1963 zaak zijn wereldtitel te verdedigen. De meeste tegenstand krijgt hij daarbij te duchten van Tarquinio Provini aan boord van een Morini, die in 1958 de wereldtitel al heeft weten te pakken bij de kwartliters aan boord van een MV Agusta. Het is de Italiaan die de eerste twee GP’s van het seizoen op zijn naam weet te schrijven, terwijl Redman de derde en de vierde race wint. Later dat jaar slagen zowel Redman als Provini er in nog twee GP’s te winnen. Het is echter Redman die zijn wereldtitel weet te prolongeren. De zes beste resultaten tellen dat jaar mee voor het kampioenschap bij de 250cc’s en naast zijn vier zege’s weet Redman ook twee tweede plaatsen neer te zetten die meegeteld mogen worden. Provini moet het echter doen met een tweede en een derde plek als extra scores naast zijn vier overwinningen, waarmee het de Honda-man is die met een minimaal verschil van slechts twee punten dus voor de tweede keer wereldkampioen wordt bij de kwartliters.
Ook bij de 350cc’s moet Redman dat jaar zijn titel zien te prolongeren en hij doet dat uiteindelijk met verve. Hij weet maar liefst vijf van de zeven GP’s te winnen, waarmee hij de MV van Hailwood duidelijk de baas is, die wel de twee overige races weet te winnen. Redman pakt daarmee dus ook in 1963 de dubbel bij de 250- en de 350cc’s. Overigens slaagt Redman er bij de 350cc’s dat seizoen eigenlijk in zes GP’s op zijn naam te schrijven, want hij wint ook de race op het circuit van Suzuka tijdens de afsluitende GP in Japan, vóór Yamashita en Taveri. Aangezien zij echter de enige drie coureurs zijn die deel hebben genomen aan deze race, wordt besloten de uitslag niet mee te nemen in de eindrangschikking. Voor Redman mag dat de pret in ieder geval niet drukken, want hij heeft de titel toch al op zak.
 
Ook in 1964 gaat Redman het met de Honda weer proberen in de 125-, de 250- en de 350cc klasse.
Bij de 125cc’s moet Redman dat seizoen net als in 1962 zijn meerdere erkennen in zijn stalgenoot Taveri die zijn tweede wereldtitel weet te pakken. Redman wint datzelfde jaar wel de 125cc-races tijdens de Dutch TT en in West-Duitsland, maar andermaal is voor hem niet meer weggelegd dan de vice-wereldtitel.
In 1964 moet Redman ook zijn titel inleveren bij de kwartliters. Het is dat jaar namelijk Phil Read die aan boord van een tweetakt-Yamaha er met de titel vandoor gaat. Desondanks is het wel Redman die dat jaar de meest constante factor is bij de 250cc’s. Hij weet dat jaar namelijk drie races te winnen en daarnaast wordt hij ook vijf keer tweede en één keer derde, waarmee hij gedurende het seizoen de meeste punten van alle coureurs bij elkaar weet te rijden. Aangezien dat jaar slechts de zes beste resultaten meetellen voor het wereldkampioenschap is het toch Read (met vijf zege’s en één tweede plaats) die met de titel aan de haal gaat, waarmee Redman ook bij kwartliters dat jaar genoegen moet nemen met de titel van vice-wereldkampioen.
Bij de 350cc’s staat er dat jaar echter geen maat op Redman. Alle acht de races waaruit het kampioenschap voor deze klasse dat jaar bestaat weet hij namelijk op zijn naam te schrijven, waarmee hij de concurrentie in de eindstand uiteindelijk ook ver achter zich laat, ondanks het feit dat bij de 350cc’s dat jaar natuurlijk ook niet alle resultaten meetellen voor de strijd om de titel. Voor Redman is het daarmee dus zijn derde titel op rij geworden in de 350cc klasse in 1964.
Ook dit jaar is Redman er dus (net) niet in geslaagd in drie klassen de titel te pakken. Wel heeft hij dat seizoen voor de eerste en tevens laatste keer in zijn carrière drie races tijdens één GP weten te winnen. Tijdens de Dutch TT heeft hij namelijk zowel de 125-, de 250- als de 350cc-race op zijn naam weten te schrijven; een unieke prestatie die alleen één van zijn grootste rivalen, Mike Hailwood (de Brit slaagt er gedurende zijn loopbaan zelfs meerdere malen in drie races tijdens één GP te winnen), ook neer heeft weten te zetten in de geschiedenis van het wereldkampioenschap wegrace. 
 
Gedurende het seizoen 1965 concentreert Redman zich geheel op de 250- en de 350cc klasse, waarbij hij de achtsteliters laat voor wat ze zijn.      
In de 250cc klasse, waarbij Redman de beschikking heeft over de legendarische zescilinder-Honda, moet hij dat jaar andermaal zijn meerdere erkennen in Read met de Yamaha. Het is Read die de eerste vier races van het seizoen op zijn naam weet te schrijven, waarmee hij direct al een goede stap in de richting voor het behalen van de titel doet. Gedurende het seizoen slaagt Redman zelf er in drie races te winnen, maar ook Read wint later dat jaar nog eens drie GP’s, waarmee de titel dus ook daadwerkelijk weer aan hem ten prooi valt. Redman daarentegen moet genoegen nemen met een derde plek in de eindrangschikking, want ook de tweede Yamaha van Mike Duff eindigt nog vóór de Rhodesiër in de eindstand van het wereldkampioenschap bij de kwartliters. 
Bij de 350cc’s kan Redman in 1965 zijn vierde titel op rij in de wacht slepen. Daarbij moet hij met name opnemen tegen de MV Agusta’s van Hailwood en Giacomo Agostini die met ingang van 1965 ook voor deze renstal uitkomt; het betekent het begin van een zeer succesvolle samenwerking tussen de Italiaanse renstal en deze tevens Italiaanse coureur. Het is deze zelfde Agostini die de eerste GP voor de 350cc klasse in West-Duitsland direct op zijn naam weet te schrijven. Redman slaagt er echter in de vier daaropvolgende GP’s allemaal te winnen, waarmee hij een behoorlijk voorschot neemt op de titel. Vervolgens is het Agostini die nog twee races weet te winnen, maar met een tweede plaats tijdens de allerlaatste GP van het seizoen in Japan, die gewonnen wordt door Hailwood, weet Redman de 350cc-titel ook dat jaar zeker te stellen; vier op een rij!
 
Het seizoen 1966 begint direct al met twee belangrijke ontwikkelingen. Het is de renstal van Honda die besluit zich dat seizoen voor de eerste keer te gaan mengen in de strijd om het kampioenschap bij de 500cc’s. Na reeds in alle klassen van 50- tot en met 350cc de wereldtitel te hebben gegrepen, wil Honda ook bij de 500cc’s kampioen worden. Daarbij zal de Japanse renstal de aanval moeten openen op het team van MV Agusta dat reeds vanaf 1958 onafgebroken er met de wereldtitel vandoor is gegaan in de Koningsklasse, waarbij het in de jaren 1962 tot en met 1965 Hailwood was die met het kampioenschap aan de haal ging. Het is echter deze zelfde Hailwood die met ingang van het seizoen 1966 de overstap maakt van de renstal van MV naar het team van Honda om voor de Japanners de titel in de wacht
te slepen bij zowel de 250-, de 350- als de 500cc’s. Ook Redman komt in 1966 in deze drie klassen uit voor het team van Honda, waarbij hij zijn voormalige (grootste) rivaal nu dus als teamgenoot aan zijn zijde heeft gekregen. Samen zullen Redman en Hailwood het dat jaar met hun Honda’s in de twee zwaarste klassen opnemen tegen de MV van Agostini die de nieuwe kopman binnen dit team is geworden door het vertrek van Hailwood. Voor Redman zelf wordt het echter een zeer kort seizoen.
De Honda verschijnt dat jaar dus als de nieuwe bedreiging van MV in de 500cc klasse. Redman begint voortreffelijk aan zijn seizoen in de Koningsklasse. De eerste race van het seizoen voor de halveliters, en dus tevens de eerste race van de Honda-500, in West-Duitsland weet hij namelijk op zijn naam te schrijven. Ook de tweede GP van dat jaar voor de 500cc’s, de Dutch TT, weet Redman te winnen na een zeer spannend met Agostini. Tijdens de daaropvolgende GP in België op het circuit van Spa Francorchamps gaat het echter mis voor Redman. In de stromende regen komt de Rhodesiër ten val, waarbij hij zijn arm breekt. Na deze val besluit Redman per direct een punt te zetten achter zijn actieve wegracecarrière. Agostini, die de desbetreffende race in België weet te winnen, gaat uiteindelijk met het kampioenschap aan de haal, waarmee hij de titel dat jaar binnen de gelederen van MV weet te houden. Redman’s teamgenoot Hailwood is dat jaar namelijk ook niet opgewassen tegen de MV van Ago, waarmee de Brit genoegen moet nemen met de titel van vice-wereldkampioen. Redman vinden we aan het eind van het seizoen dankzij zijn twee zege’s toch nog terug op een vijfde plek in de eindstand.     
Naast de 500cc klasse staat Redman in datzelfde 1966 aanvankelijk dus ook nog aan de start bij de 250- en de 350cc’s. Bij de kwartliters wordt hij in West-Duitsland en in Frankrijk tweede, terwijl hij in Nederland en in België (de race bij de kwartliters op het circuit van Spa Francorchamps werd voorafgaand aan de, voor Redman dramatische, 500cc-race verreden aldaar) derde wordt. Met deze vier klasseringen finisht hij uiteindelijk toch nog op een derde plek in de eindstand bij de 250cc’s. In deze klasse staat dat jaar echter geen maat op Hailwood die met zijn Honda maar liefst tien van de twaalf GP’s weet te winnen, terwijl Read dat jaar op gepaste afstand vice-wereldkampioen wordt, nadat hij in 1964 en 1965 de titel dus nog heeft weten te pakken bij de kwartliters.
Bij de 350cc’s komt Redman dat jaar niet verder dan één derde plek in Frankrijk, wat hem uiteindelijk een vijftiende plek in de eindrangschikking oplevert. Daarentegen is het Hailwood die in deze klasse de MV van Agostini wel weet te verslaan dankzij zes GP-overwinningen. In navolging van Redman (1962 en 1963) pakt Hailwood daarmee in 1966 dus ook de dubbel bij de 250- en de 350cc’s; een prestatie die hij ook in 1967 zou weten neer te zetten.
 
Met de crash op Spa Francorchamps tijdens de 500cc-race in 1966 kwam er dus een abrupt einde aan de wegracecarrière van Jim Redman. Uiteindelijk zou Redman er dus nooit in slagen gedurende één seizoen de wereldtitel in drie verschillende klassen te pakken; iets wat ook Hailwood in 1966 en 1967 net niet lukte. In de periode 1959 tot en met 1966 is Redman echter wel zes keer wereldkampioen geworden, drie keer vice-wereldkampioen en tevens vier keer derde in de eindstand van het wereldkampioenschap in de verschillende categorieën. Daarmee is hij tot op de dag van vandaag de meest succesvolle Honda-coureur qua aantal wereldtitels uit de geschiedenis van het wereldkampioenschap wegrace. Daarnaast is Redman samen met Hailwood ook de enige coureur die er in slaagde tijdens één GP drie races te winnen. Ook is Redman samen met Hailwood, Read en Chas Mortimer de enige coureur die gedurende zijn loopbaan GP’s heeft weten te winnen in vier verschillende klassen (125-, 250-, 350- en 500cc). Redman is er echter nooit in geslaagd in drie verschillende klassen wereldkampioen te worden, iets wat Hailwood (250-, 350- en 500cc), Read (125-, 250- en 500cc) en Valentino Rossi (125-, 250- en 500cc/MotoGP) uiteindelijk wel zou lukken, zij het dus niet in één en hetzelfde jaar. Desondanks zal Redman wel voor eeuwig en altijd tot de grootste coureurs aller tijden uit het wereldkampioenschap wegrace blijven behoren! 
 

Erelijst van Jim Redman:

45 overwinningen
6 wereldtitels 

1959:
350cc: geen overwinningen, 15e in de eindstand
500cc: geen overwinningen, 14e in de eindstand

1960:
125cc: geen overwinningen, 7e in de eindstand
250cc: geen overwinningen, 4e in de eindstand
500cc: geen overwinningen, 9e in de eindstand

1961:
125cc: geen overwinningen, 4e in de eindstand
250cc: twee overwinningen, 3e in de eindstand

1962:
125cc: één overwinning, 2e in de eindstand
250cc: zes overwinningen, 1e in de eindstand
350cc: vier overwinningen, 1e in de eindstand

1963:
125cc: één overwinning, 3e in de eindstand
250cc: vier overwinningen, 1e in de eindstand
350cc: vijf overwinningen, 1e in de eindstand

1964:
125cc: twee overwinningen, 2e in de eindstand
250cc: drie overwinningen, 2e in de eindstand
350cc: acht overwinningen, 1e in de eindstand

1965:
250cc: drie overwinningen, 3e in de eindstand
350cc: vier overwinningen, 1e in de eindstand

1966:
250cc: geen overwinningen, 3e in de eindstand
350cc: geen overwinningen, 15e in de eindstand
500cc: twee overwinningen, 5e in de eindstand 

Evert Slager

Racesport.nl l ES Event & Sportpromoter l Slager Event + Brand Support l Interpeter | Influencer l Organisator l Netwerker l Sportliefhebber

Recent Posts

Test

Rossi wordt papa van Marquez zijn vriendin

4 jaar ago

Motul TT Assen: Liveblog – vrijdag

Live verslag van de openingsdag van de Motul TT Assen. U kunt alle actie vanaf…

4 jaar ago

Franco Morbidelli op vrijdag 25 juni al geopereerd aan knie

Franco Morbidelli zal op vrijdag 25 juni al geopereerd worden aan zijn meniscus en voorste…

4 jaar ago

Het startschot van de Motul TT Assen: De pre-event persconferentie

Donderdagmiddag werd op het TT Circuit Assen het startschot gegeven voor de 90e editie van…

4 jaar ago

Maverick Viñales: “Ik ga dit weekend alles wat Fabio doet kopiëren”

Maverick Viñales gaat het dit weekend op het TT Circuit Assen heel anders doen. Waar…

4 jaar ago

Motul TT Assen #MotoGPGirlPower: Raffaela Pasquino

De tijd dat de MotoGP paddock een mannenbolwerk was en er uitsluitend dames werkzaam waren…

4 jaar ago