De mondiale wegracesport is altijd al vooral een mannelijke aangelegenheid geweest. Bij de Zijspannen deed zich wel de trend voor dat we zo nu en dan een vrouw in de bak zagen kruipen, terwijl in de solo-klassen de vrouwelijke inbreng tot op de dag van vandaag miniem is geweest. Eind jaren ’80 was het echter de Finse Taru Rinne die veel opzien baarde door de strijd met de mannen vol aan te gaan en daarbij een behoorlijk aantal punten voor het wereldkampioenschap in de wacht te slepen.
Ook in 1989 staat Rinne weer aan het vertrek bij de achtsteliters, andermaal met een Honda (Team Servisco) die dat jaar voorzien is van fabrieksonderdelen uit 1988. De eerste twee overzeese GP’s in Japan en Australië laat de Finse nog aan zich voorbijgaan, maar tijdens de resterende races, die allemaal op Europese bodem worden verreden, staat ze in de meeste gevallen wel aan het vertrek.
De eerste race die dat jaar in Europa wordt verreden, is de GP van Spanje. Op het circuit van Jerez weet ze in de race als vijftiende te finishen, waarmee ze opnieuw één WK-puntje scoort. Tijdens de daaropvolgende GP in Italië op het circuit van Misano eindigt Rinne net buiten de punten met een negentiende plaats.
Vervolgens staat de GP van Duitsland op het programma. Op de Hockenheimring weet Rinne reeds tijdens de trainingen voor een ware sensatie te zorgen door haar Honda naar een tweede trainingstijd te rijden, niet ver achter pole-sitter Ezio Gianola. In de race kan de Finse het tempo van de koplopers ook lange tijd bijhouden, maar bij het ingaan van de negende ronde breekt haar voorwiel weg in de eerste bocht na start/finish. Daarop besluit ze haar tempo iets te verlagen, waarbij tevens komt kijken dat de mannen net over wat meer conditie beschikken om wel tot de laatste ronde er vol tegenaan te kunnen gaan. Rinne komt uiteindelijk alsnog op een geweldige zevende plaats over de streep, wat uiteindelijk het beste GP-resultaat uit haar carrière zal blijken te zijn.
Na de GP van Duitsland is het de beurt aan de GP van Oostenrijk. Op een halfnatte baan is het Gianola die bij het ingaan van de eerste chicane onderuit gaat, waarbij hij een aantal andere coureurs tevens in de problemen brengt. Zo ook Rinne die ook ten val komt en daarmee haar race al vroeg tot een einde ziet komen. Tijdens de daaropvolgende TT van Assen weet Rinne echter wel weer een klinkend resultaat neer te zetten. Op de Drentse heide weet ze namelijk beslag te leggen op een achtste plek, waarmee ze andermaal een behoorlijk aantal punten op haar konto bij mag schrijven.
Vervolgens staat de GP van België op het programma. Tijdens de trainingen op het circuit van Spa Francorchamps gaat het echter mis voor de Finse. Rinne crasht en daarbij beschadigt ze haar kniebanden, waardoor ze niet aan de race kan deelnemen en ook gedurende de daaropvolgende GP van Frankrijk is Rinne nog niet weer van de partij. Op het circuit van Donington Park probeert ze het enige tijd later wel weer, maar tijdens de trainingen van de GP van Groot Brittannië slaagt ze er niet in zich te kwalificeren voor de race.
Dan resten er uiteindelijk nog twee races, allereerst de GP van Zweden. Op het circuit van Anderstorp mag ze wel deelnemen aan de race, waarbij ze uiteindelijk als vijftiende over de streep komt en waarmee ze nog net een puntje weet te scoren. De laatste race van het seizoen voor de achtsteliters wordt dat jaar andermaal verreden in Tsjechoslowakije. Op het circuit van Brno weet ze als twaalfde te finishen, waarmee ze opnieuw vier punten voor het wereldkampioenschap pakt en ze haar eindtotaal op 23 punten brengt. Dit blijkt ten slotte genoeg te zijn voor een keurige zeventiende plaats in de eindstand in 1989, waarbij dat jaar maar liefst 46 deelnemers punten hebben weten te scoren met daarbij Rinne andermaal als enige dame.
In 1990 staat Rinne opnieuw met een Honda (Team Rumi/RCM) aan het vertrek bij de 125cc’s, maar ze krijgt dat jaar te maken met veel blessureleed. De Finse komt gedurende het seizoen slechts een beperkt aantal keren aan de finish van een race. Haar beste resultaat blijkt uiteindelijk een zestiende plaats te zijn tijdens de GP van Hongarije, waarmee ze in 1990 dus geen punten voor het wereldkampioenschap weet te scoren.
Het jaar daarop, 1991, staat Rinne wel weer ingeschreven bij het WK 125cc met een Honda (Tino Villa Moto Gran Prix), maar ze verschijnt dat seizoen tijdens geen enkele GP meer aan het vertrek.
Na het vertrek van Rinne uit de Grand Prix-wereld volgen er andermaal een aantal andere dames die hun opwachting in het wereldkampioenschap wegrace maken, waarbij er tot op heden twee vrouwen zijn geweest die, in navolging van de Finse, ook punten voor het wereldkampioenschap hebben weten te pakken. De Japanse Tomoko Igata scoort in de jaren 1994 en 1995 (samen) in totaal 30 punten bij de 125cc’s, met als beste resultaat een zevende plaats tijdens de GP van Tsjechië in 1995 en een 21e plaats in de eindstand gedurende datzelfde jaar. Vervolgens is het in 2001 de Duitse Katja Poensgen die twee punten weet te pakken tijdens de GP van Italië bij de kwartliters. Andere vrouwen die we in die periode aan de start van een GP hebben zien staan, zij het zonder punten te scoren, zijn Daniela Tognoli, Linda Walsh, Cath Thompson en Marketa Janakova (tot op de dag van vandaag de jongste vrouwelijke GP-coureur ooit).
Vanaf 2005 kennen we nu ook het officiële European Women Championship, waarbij gestreden wordt om het kampioenschap in de 600- en de 1000cc klasse. Daarbij was het de Nederlandse Iris ten Katen die in 2007 de titel wist te pakken bij de 600cc’s.
De vrouw die echter voor eeuwig en altijd bij ons in het geheugen gegrift zal staan, is en blijft Taru Rinne. Als eerste vrouw slaagde zij er in WK-punten te scoren in een solo-klasse, waarbij ze een behoorlijk aantal keren een grote groep mannelijke collega’s ruim vóór wist te blijven. Met haar zeventiende plaats in de eindrangschikking bij de 125cc’s in 1989 is ze tevens tot op de dag van vandaag de hoogst geklasseerde vrouw in een eindstand voor het wereldkampioenschap. Alleen Igata slaagde er gedurende haar carrière in meer WK-punten te scoren dan Rinne, waarbij beide dames een zevende plaats als beste GP-resultaat hebben staan, maar de beste eindklassering van de Japanse zou dus nooit zo goed zijn als de zeventiende plaats van de Finse. Kortom: Taru Rinne, een vrouw die goed wist hoe ze haar mannetje moest staan.
Erelijst van Taru Rinne:
0 overwinningen
0 wereldtitels
1987:
125cc: geen overwinningen, geen klassering in de eindstand
1988:
125cc: geen overwinningen, 37e in de eindstand
1989:
125cc: geen overwinningen, 17e in de eindstand
1990:
125cc: geen overwinningen, geen klassering in de eindstand
Bron foto’s: http://www.pejer.info/