In het laatste mei-weekend stond er naast de 200-mijls-race uit de W.K. Endurance-cyclus ook een O.N.K.-wedstrijd op het programma. Na het ÔHengelse zaandÕ mochten de mannen uit 3 klassen, de 125 cc, de Superstock en Supersport 600, weer om de felbegeerde punten gaan strijden op de Drentse hei.
Zaterdag – Trainingen
De weergoden in Assen hadden niet veel goeds in petto voor de zaterdagmiddag. Voor Swen dus zaak om er in de eerste kwalificatietraining direct goed bij te zitten. Na een paar rondjes stond er echter nog geen geweldige tijd op de klok. Swen bleef wel doorrijden, dus kon er geen sprake zijn van technische problemen. Toch vroegen de teamleden in de pitsstraat zich wel af waarom het niet lekker ging. Toen het halverwege de training ook nog iets begon te druppen, zat een aansprekende tijd er waarschijnlijk helemaal niet meer in. Desondanks wist Swen zich aan het eind van de slechts 20 minuten durende training nog wel iets te verbeteren. Maar moest uiteindelijk genoegen nemen met een tegenvallende tijd van 1:29,41; voorlopig de 25e stek op de starting-grid. Een balende Swen parkeerde zijn motor in de pitbox; Òhet ging voor geen meter, ik kreeg de motor de bochten niet door en kwam maar niet in mijn ritmeÓ. Het aanremmen was volgens Swen de grootste oorzaak; Òer was een andere type remblokken gemonteerd en klaarblijkelijk passen die niet bij mijn rijstijlÓ.
Pluvius deed helaas wat Ôie beloofd had en Õs middags kwam het hemelwater dan ook met grote bakken naar beneden. Een verbetering van de tijd kon iedereen wel schudden, dus werd de tweede kwalificatietraining benut voor de ÔregenafstellingÕ. Voor Swen een nieuw hoofdstuk in zijn prille Supersport-carriere, want hij had nog nooit met de Honda CBR in natte omstandigheden gereden. Op de volle regenbanden was het natuurlijk even wennen, want hoeveel grip heb je en hoe snel kan het gas er weer op de bocht uit. Na de Ônatte vuurdoopÕ stond er weer een glimlach op het gezicht, want Swen had volgens eigen zeggen veel schik gehad onderweg. Hij vond het wel gaaf om eens een keer op een natte baan te rijden en een tijd van 1:41 was niet verkeerd. Het team was dan ook meer dan tevreden en zo kon de zaterdag toch met een goed gevoel worden afgesloten.
Al werd de 25e startplaats later gewijzigd in een 29e. Een viertal coureurs, die ook deelnamen aan de 200 mijls-race, werd namelijk toegevoegd aan de startopstelling. Dit leverde nogal wat discussie op, omdat deze coureurs veel meer trainingstijd achter de wielen hadden. Dit was door de organisatie echter zo afgesproken, zodat protest geen zin had. Vooral voor de jongens aan de staart van het veld, die nu dus buiten de boot vielen, was dit natuurlijk zuur.
Zondag – Raceday
Met een tijd van 1:27,97 ging het in de warm-up al weer een stukje sneller dan zaterdagmorgen. Toch was Swen niet tevreden met de ÔhandlingÕ van de motor. Na samenspraak met monteur Ap en Torleif Hartelman, werd besloten om voor de race een hele andere setting van de vering te kiezen. Wel een risico natuurlijk, omdat je het niet uit kunt proberen. Maar startend vanaf de 29e positie heb je niet zo veel te verliezen, dus was het wel het proberen waard.
De start van Swen was weer prima voor elkaar; in de eerste ronde 8 plaatsen goed gemaakt. Vervolgens zat hij in een groepje van vier man, waar gestreden werd om de 20e plaats. Het lukte niet om weg te rijden uit dit groepje. En inmiddels was er al een groot gat ontstaan naar de ÔpuntenpositiesÕ. Door een val van Erik van Loon schoof Swen een plaatsje door en ging met de Belg David Bickx de strijd aan om de 18e stek. Het lukte niet om deze zuiderbuur te verschalken en inmiddels kreeg Swen gezelschap van Michel van Kleef, die uit de pitsstraat was gestart. Swen wist Michel nog n rondje achter zich te houden, maar moest toch het onderspit delven en zakte terug naar de 20e plaats. Wel gingen de rondetijden steeds verder om laag en na een paar rondjes in de 1:27, verscheen er ook een 1:26,65 op de klok. In de voorlaatste ronde kreeg Swen de Duntep-rijder Arno Veijer in het vizier en op de streep wist Swen de blauwe Honda nog net voor de gele Honda te zetten. Door een val van Michael Laverty in de G.T.-bocht en een tijdstraf voor Joan Veijer wegens een valse start, werd het uiteindelijk zelfs een 17e plaats in de eindrangschikking.
Startend vanaf een 29e plaats kunnen we rustig stellen dat Swen toch een goede race heeft gereden, wanneer je als 17e weet te finishen. Zeker als de W.K.-rijders Muggeridge en Van Keymeulen, alsmede een paar sterke Engelsen, deel uitmaken van het startveld. Omdat Swen net naast de puntjes greep, was hij niet tevreden. Vanzelfsprekend moet je als sportman ambities hebben, maar Swen legt voor zichzelf momenteel de lat te hoog. Dit is een leerjaar en het team verwacht echt niet van hem dat Ôie gelijk vooraan meerijdt. Hij heeft in ieder geval weer veel geleerd dit weekend.
Komend weekend is het START-team te vinden in het hoge noorden; dan gaan we weer racen tussen de windmolens in het Groningse Eemshaven.